maandag 27 september 2010

Een praktische kijk op het Hinduïsme

Gebruikte spelling en uitspraak van het Sarnámi

Bron: Het staatsbesluit no. 4562, verschenen in het 'Staatsblad van de Republiek Suriname van 15 juli 1986 no. 41.

‘a’ in ‘ghar’ als (e) in het Nederlandse ‘de’
‘á’ in ‘ám’ als (aa) in het Nederlandse ‘maan’
‘u’ in ‘bhul’ als (oe) in het Nederlandse ‘voet’
‘c’ in ‘cale’ als (tj) in het Nederlandse ‘tjokvol’
‘j’ in ‘jare’ als (j) in het Engelse ‘jungle’
‘sh’ in ‘shánti’ als (sje) in het Nederlandse ‘meisje’
‘y’ in ‘yár’ als (j) in het Nederlandse ‘jas’
‘t, th, d, dh, r, rh’, et cetera, zijn retroflexe klanken die onbekend  zijn in het Nederlands. Deze klanken worden met de tongpunt gekruld tegen het verhemelte uitgesproken
‘kh, gh, ch, jh, dh, th, ph, bh’, zijn geaspireerde klanken, dat wil zeggen: ze worden uitgesproken met een extra luchtstroom, te vergelijken met een h
De ‘n’ geeft aan een nasale klinker, in nth, bhenrá, ghince, et cetera





Algemene beschouwing over het Hinduïsme

De algemene beschouwing over het Hinduïsme geeft in feite een nadere toelichting over het denken vanuit het Hinduïsme en de culturele belevingen en handelingen die daaruit voortvloeien. De culturele handelingen zijn gebaseerd op wat dat is overgedragen aan de volgende generaties. Uiteindelijk blijkt dit in de praktijk een belangrijke invulling te zijn bij de vervulling van de culturele en/of religieuze plicht.
Bij de culturele belever in de praktijk is het Hinduïsme een wereldbeschouwing en een manier van leven: je kunt stellen dat het een godsdienst is, maar tegelijkertijd is het meer dan een godsdienst. Het vormt van oudsher de basis voor de verdere ontwikkeling van cultuur, traditie, zang, dans en rituele handelingen en de werkelijke ‘vorming’ van de Hindu in het dagelijkse leven.
De naleving van de cultuur en de traditie bij de Hindu's betekent eveneens, ‘culturele’ welzijn, geestelijke verrijking, rust, en vooruitgang. Maar bovenal, respect voor het eigene en richtlijnen voor de culturele handelingen.
Een belangrijk voortvloeisel uit het Hinduïsme is de manier van leven in een gemeenschap, welk manier wordt gestuurd vanuit de verschillende “instituten”, die de Hindu's kennen en welk uitmondt in onder andere cultuur, traditie en het sociaalsysteem. Een ander resultaat dat uit de bovengenoemde materie voortvloeit, is namelijk de sociale controle en godsdienst beleving binnen de verschillende Hindu gemeenschappen.
In Suriname blijkt heden ten dage dat in bepaalde Hindustaanse gemeenschappen de sociale controle sporadisch voorkomt of is verdwenen als gevolg van heroriëntatie en culturele invloeden van buitenaf. (ik laat het nog buiten beschouwing in welke mate er daar sprake van is en op grond waarvan). In dit verband herinner ik me, dat mijn vader ooit aan mij had gezegd, dat het kennen van je achtergrond (in ruimere betekenis van cultuur) een zekere mate van stabiliteit met zich meebrengt).
Volgen wij de wereldgeschiedenis, dan laat deze ons zien dat alle volkeren op deze aarde een eigen geschiedenis kennen. Dit hangt af van onder andere de geografische ligging, het klimaat en de tijd waar ze zich bevinden (en zich voorheen bevonden) en de daaruit voortvloeiende leefgewoonten, welke zij zich eigen maakten of eigen hebben gemaakt gedurende hun ontstaan en voortbestaan. De traditie die in culturele uitingen uitmondde is namelijk mede afhankelijk geweest van tijd en omstandigheden.
Afhankelijk hiervan gaf ieder gemeenschap of volk haar eigen beschrijving van haar ontstaan en ontwikkeling. Zo ook is aan het Hinduïsme en de hinducultuur een eigen beschrijving gegeven van haar ontstaan en haar verdere ontwikkeling van de verschillende Hindustaanse gemeenschappen.
Kennis van religie en andere relevante verhandelingen van en over de Hindu gemeenschappen werd destijds vastgelegd in de verschillende geschriften, zoals, de vier Veda’s, namelijk: de Rig Veda, de Jayur Veda, Sam Veda en de Atharva Veda en de Upanishads. Echter de toegang tot deze geschriften blijken alles behalve eenvoudig (vooral de taal en kennis speelt bij deze betreffende materie een zeer belangrijke rol). En wanneer iemand een ‘cultuurhistorische wandeling’ maakt binnen de Hinducultuur zal hij dan ongetwijfeld kennis moeten dragen van de verschillende talen en de diversificatie in cultuurvormen en uitingen binnen deze cultuurgroep (samenleving), omdat de tijdgeest niet stil heeft gestaan. Hiervoor kan het volgende gezegd worden: De traditie binnen de Hinducultuur is echter hetzelfde gebleven terwijl de kleurrijke invulling van het geheel, zich steeds is gaan aanpassen aan de omstandigheden van de tijd (J.H. Adhin, 1998)
Bekijken wij het Hinduïsme nader, dan valt op te merken dat deze niet alleen verscholen ligt in een mythisch verleden, maar wordt bovendien zwaar religieus vervat, afhankelijk van welk aspect wordt belicht. Daar deze cultuur zich voortspruit uit een zeer oude beschaving van vele duizenden jaren vóór de Christelijke jaartelling en een wetenschappelijke en filosofische uitleg behoeft, zoals bij voorbeeld het ontstaan van de Heelal, de Aarde, de Mensheid, de incarnatie van God Vishnu in verschillende tijdperken, de relatie mens – natuur en de ‘levenslessen’ voor de mens vastgelegd door de Wijzen uit de oeroude en grijze oudheid.
Kennis van en over het Hinduïsme, welke vervat is in de leefwijze van de Hindu in de ruimste zin des woord werd van generatie op generatie en van tijdperk tot tijdperk overgedragen van ‘Oude Wijzen’ aan de en op de daarvoor in aanmerking komende ‘jongelingen’, die in hun tijd het meesterschap verwierven in het behoud en overdracht van alle tot cultuur, traditie en religie behorende aspecten en verhandelingen in haar originaliteit.
Het begrip Hinduïsme is daarom door de verschillende cultuurdeskundigen als volgt samengevat. Het Hinduïsme is geen godsdienst. Het is meer een geografisch begrip, waarmee de cultuur van de bewoners aan de Indus rivier destijds werd aangeduid. In feite werd hiermee de leefwijze van de gemeenschap aldaar in de ruimste zin des woord bedoeld, verklaard naar een sociaal-religieus systeem.
Hemuth Von Glassenapp (1) in ‘het Brahmanisme of Hinduïsme (1971-9)’  schrijft dat de Grieken al uit de Indische naam voor de rivier Indus (in Sanskriet: Sindhu, wat rivier betekent en nu nog voortleeft in de naam van de provincie Sindh), de naam Indus creëerde, die tegenwoordig voor de gehele bevolking van het ‘Ganges-continent’ wordt gebruikt. Volgens deze schrijver is uit dit kader het Hinduïsme voortgekomen.
Dr. J.H. Adhin (2) heeft het begrip Hinduïsme als volgt beschreven: Het woord Hinduïsme is van relatief recente oorsprong (het schijnt voor het eerst in een boek uit de achtste eeuw na Christus te zijn gebezigd). Het Hinduïsme is een Perzisch woord, dat samenhangt met het Sanskriet woord Sindhu, de naam die de oude Arische gemeenschap aan de grote westelijke rivier hadden gegeven. In het Latijn veranderde dit woord in Indus. Het Perzisch woord Hindu werd dan ook in territoriale betekenis gebruikt ter aanduiding van de bewoners van het gebied aan de Indus (dit heet Sindh, verperzisch tot Hind). Het had dus geen betrekking op godsdienst, doch op leefwijze en cultuur van de bewoners van Hind (met welk woord later het geheel Indië werd aangeduid). Historisch gezien is het Hinduïsme derhalve een term, waarmee de typische Indische cultuur werd bedoeld.
Eva Rudy Jansen (3) (de beeldentaal van het Hinduïsme, 1993) zegt het volgende over het Hinduïsme. In feite is het Hinduïsme meer dan een godsdienst; het is tegelijkertijd godsdienst, wereldbeschouwing en een manier van leven. Verder zegt de schrijver dat het Hinduïsme een cultuur is in de wijdste zin des woord en als cultuur groeit het; je zou kunnen zeggen, organisch en wordt het door alle aanwezige factoren en omstandigheden beïnvloed.
Als wij deze schrijvers nu goed volgen dan zeggen of verklaren zij in feite dat het Hinduïsme een leefwijze is, waarin alle aspecten van cultuur haar stempel heeft gedrukt, terwijl het eveneens een ontwikkelingsaspect in zich behelst. Echter is het wel op te merken dat binnen het Hinduïsme de nadruk zwaar wordt gelegd op de ‘cultuur’ met als basis de filosofie in de relatie mens – natuur, mens – mens, enzovoorts.


Samenvatting
Hoe ongelooflijk het ook mag klinken voor vele wetenschappers, niet-wetenschappers en anderen, het ontstaan van de mens - volgens het Hinduïsme - wordt herleid tot de scheppingsperiode van het Heelal. Daar ‘lijkt’ alles te zijn ontstaan en begonnen met de openbaring van alles wat er is en nu in relatie staat tot de mens, haar omgeving en de natuur.
Binnen het Hinduïsme is de factor mens, tijd, ruimte, natuur en situatie gerichte ontwikkeling zeer belangrijk. De basis waarop dit alles geschoeid is en begeleid wordt, is onder ander de Dharma.

Om het Hinduïsme in eerste instantie te begrijpen lijkt het zeer eenvoudig, maar gaat men het in de ‘breedte en in de diepte’ bekijken, bestuderen en analyseren dan is het zeer ingewikkeld. Terecht heeft Dr. J.H. Adhin ooit gezegd (x): dat elk mens aan een (geestelijk) groeiproces onderhevig is, heeft het Hinduïsme zoveel mogelijk ruimte voor deze groei gelaten. Het probeert niet de mensen te gieten in een uniform met onveranderlijke wetten en regelingen waar niet van afgeweken mag worden. Maar het geeft een ieder de kans zich te ontwikkelen naar eigen aard en capaciteiten, echter binnen zekere grenzen (cultuur en maatschappij, 1998/drs. H.R. Neijhorst)
Elk ‘cultuurprovincie’ is op haar beurt afgebakend volgens het sociaal- en religieussysteem (het Hinduïsme) en naar scala van tradities en verhandelingen (over een bepaald Hindu gemeenschap in een bepaald gebied). Ondanks dat er afstammingen, erfelijke eigenschappen, leefwijze, rechten en plichten van geboorte af of volgens ‘handeling en gedrag’ geheel van elkaar te onderscheiden of bepalend zijn, kan gesteld worden dat de normen en waarden, welke voortvloeien uit het Hinduïsme, als bindende geloofswetten/ fundamenten van het geheel der zijn voor de Hindu's worden aangemerkt.
Het land waar het Hinduïsme haar oorsprong kent, geeft zelf een veelheid aan voorbeelden: de verschillende Hindu gemeenschappen in Kashmir (Noorden) kennen en hebben een andere leefwijze dan die van Uttar Pradesh (UP) of elders in India. Dit, alhoewel alle Hindu’s een bepaald gebied van sociale, ethische en metafysische voorstellingen gemeen hebben ten opzichte van elkaar. Het Hinduïsme, Hindu Dharma heeft betrekking op het totale normatieve aspect van het individu en het sociale leven (cultuur en maatschappij, 1998/drs. H.R. Neijhorst). Dit vormt een moeilijkheidsgraad voor hen die niet ingewijd c.q. bekend zijn met deze cultuur. Omdat het Hinduïsme vergelijkbaar is met een zeer ruim en omvangrijk cultuurgebied met daarin de diversificatie naar verschillende ‘culturele provincies’, welke aan elkaar verweven zijn.

De Hindu samenleving in Suriname heeft in feite geen cultuurgids of een cultuurwegwijzer van waaruit je zou kunnen destilleren van wat er in werkelijkheid de Hinducultuur is. Uit de verschillende literaire studiën blijkt dat de verschillende auteurs een eigen mening formuleren ten aanzien van het begrip Hinduïsme en al zodanig aangeven wat het inhoudt, terwijl er hieruit verschillende aspecten voortvloeien die aangeven wie een aanhanger of een belever is van het Hinduïsme. Hieraan opvolgend merk ik, zoals bij ieder ander volk of een gemeenschap dat er tradities zijn en een geheel van normen en waarden en een totaliteit van het cultuurerfgoed. Dit alles vormt de basis voor het cultureel gebeuren.

Aan de opbouw van het Hinduïsme, de Hinducultuur en haar samenleving ligt een eeuwenoude filosofie en wetenschap ten grondslag. Het bewijs hiertoe is vaak genoeg geleverd door verschillende deskundigen (echter zaken over godsdienst, filosofie, cultuur en de maatschappelijke ordening binnen welke samenleving dan ook, is nog steeds een object van wetenschappelijk onderzoek.
De basis van een goede ordening, bekeken vanuit de hinducultuur brengt ons terug naar de verschillende oude geschriften. Na bestudering van deze geschriften krijg je inzicht in onder andere, wie je bent als gelovige, alles wat je wilt weten over het ontstaan van het universum, de mens en de natuur met de flora en fauna en de maatschappelijke verwikkelingen.

Door: Jan Srudjnarainsingh Soebhag

dinsdag 24 augustus 2010

Hindoeïsme: Monotheistisch of Polytheistisch?

1. Hindoeïsme


Het Hindoeïsme is een verzameling van levensbeschouwingen, filosofieën, godsdiensten en tradities van mensen die voor hun zelfrealisatie een manier van leven kiezen, echter wel met een duidelijke verwijzing naar het gezag van de Veda’s. Hierin mag iedereen op een eigen manier op zoek gaan naar de waarheid. Men moet echter bedenken dat de waarheid van de ene persoon niet de waarheid is van een ander. Iedereen heeft een eigen waarheid. Wat de werkelijke waarheid is, weet niemand.


Is Hindoeïsme opgericht of gesticht?


Men kan in de verleiding komen om te zeggen dat een Hindoe gelooft in de leer van iemand die ooit het Hindoeïsme heeft gesticht en leeft volgens de aanwijzingen van die stichter. Maar dat is niet het geval. Het 'hindoeïsme’ is namelijk niet door een bepaalde persoon in een ver verleden gesticht. Het is in de loop van tientallen eeuwen ontstaan. Heel veel denkers en zieners hebben hun bijdrage geleverd aan de vorming van het Hindoeïsme. Het heeft ook geen vaste vorm, maar neemt telkens de vorm aan die zijn belijders - dat zijn de Hindoes zelf dus - er aan geven. Deze vorm kan van plaats tot plaats en in de loop van de tijd anders zijn; sterker nog, de vorm van het geloof kan zelfs gedurende het leven van een zelfde persoon ook nog veranderen. Hindoes geven daarom er de voorkeur aan om hun levensbeschouwing liever met een manier van leven te omschrijven dan het een godsdienst te noemen.




Wat is de geschiedenis achter het begrip Hindoeïsme?


We zagen hiervoor al dat de ouderdom van het hindoeïsme niet precies bekend is en nu ook niet meer is na te gaan. Maar het is wel een van de oudste godsdiensten die men kent. Reeds meer dan 4000 jaar geleden woonde een volk in het stroomgebied van de rivieren de Indus en de Sarasvati. Dit volk had een hoog ontwikkelde beschaving bereikt. Deze beschaving staat nu bekend als de Harappa en de Mohenjodaro cultuur. Het Indus - Sarasvati gebied werd ooit bewoond door een volk dat als Ariërs bekend staat. Van hen zijn onder andere de Veda’s afkomstig. De Veda’s zijn geschreven in een oude taal, het Sanskrit. Zowel de Veda’s als het Sanskrit hebben grote invloed gehad op de ontwikkeling van het hindoeïsme. In de oudheid al - zoals door de oude Grieken en de Perzen - werden de mensen uit het Indus-gebied, hindoes genoemd. Zo is dit volk in Europa bekend geworden.


In het hindoeïsme zijn ook invloeden vanuit de Himalaya - hoogvlakten, het Ganges -gebied en van de Dravida’s (uit het Zuiden van het Indische subcontinent) aanwezig. Vele Indiase en Westerse geleerden zijn over het algemeen van mening dat de Ariërs een volk van buiten India zou zijn geweest; misschien wel een volk uit centraal Azië. Zij zouden tussen 3000 en 1500 jaar voor de christelijke jaartelling via de Khaibar-pas het Indus gebied zijn binnengedrongen en in het nieuwe land de basis hebben gelegd voor de Vedische beschaving. Maar er zijn ook veel wetenschappers die deze theorie verwerpen of niet aannemelijk achten. Hoe het ook moge zijn, duidelijk mag zijn dat het hindoeïsme een verzamelnaam is voor een aantal levensgewoonten, denk¬richtingen en godsdiensten. Vergelijk dit met de term 'bos’. Dit woord staat voor een groep bomen, struiken, heesters, verschillende dieren en vogels van diverse pluimage bij elkaar, waarin beken voorkomen waar doorheen rivieren stromen, met ook daarin tal van soorten vissen en andere waterdieren. Zo is het ook met het hindoeïsme.





2. Hindoeïsme of Sanátan Dharm


De hindoes noemen hun geloof niet in het hindoeïsme, die naam hebben de westerse mensen bedacht, ze noemen het zelf het 'Sanátan Dharm' hetgeen betekent “Eeuwige Wet”.


Volgens de Hindu is Sanátan Dharm de oudste religie op aarde. Hij stamt af uit de oudheid en reikt in de toekomst naar de eeuwigheid. In Sanátan Dharm gelooft men dat ieder hoog, geavanceerd en universeel denkend volk uiteindelijk een filosofie zal vormen als die van de Sanátan Dharm.


De betekenis van Sanátan Dharm


Sanátan Dharm bestaat uit de twee woorden Sanátan (Sanátana) en Dharm (Dharma).


Eerst kijken we naar de betekenis van Dharm.
Als vertaling van Dharm wordt vaak het woord religie gegeven. In feite is dit fout, omdat de betekenis van Dharm veel verder strekt dan de betekenis van religie (volgens de Westerse betekenis van het woord religie). Door Dharm te vertalen met religie, wordt de betekenis van Dharm gelimiteerd. In feite is er geen enkel woord in het Nederlands dat het concept van Dharm op de juiste wijze weergeeft. Daarom is het noodzakelijk Dharm te omschrijven.


In de heilige geschriften staat “DHAARYATI ITI DHARMAH”. Dit kan vertaald worden als: “Dat wat een mens op zich neemt, wat een mens altijd bij zich draagt, dat is Dharm.” Eten, drinken, voortplanten, kinderen krijgen, rijkdom vergaren etc. zijn niet de dingen die het menselijke leven bijzonder maken. Dieren hebben ook ongeveer zulke aspecten. Zij eten, drinken, slapen, ademen, worden bang, planten zich voort en vergaren ook rijkdom door hun territorium te vergroten. Als een mens denkt dat door deze kwaliteiten zijn leven compleet is, dan blijft er haast geen verschil tussen mens en dier. Dat wat mens en dier laat verschillen van elkaar is Dharm. Dieren hebben de mogelijkheid niet om te denken aan filosofie of spiritualiteit en goed en slecht op universele basis. Een mens heeft de mogelijkheid om afstand te doen van ideeën, die het hart corrupt en slecht maken en de mogelijkheid om de ideeën te accepteren, die deze wereld tot een betere plaats kunnen maken voor een ieder. De gedachtegang, die de mens op deze metafysische en spirituele wereld goed en gelukkig maakt en ook gelukkig houdt kan in één woord samengevat worden in Dharm. Het is Dharm, wat ons in ons geheel verder ontwikkelt en laat bloeien, zelfs in ons spirituele leven.




Wat houdt Sanátan in?


Sanátan is datgene wat altijd al bestond, nu bestaat en altijd verder zal bestaan. Alles en iedereen in de kosmos heeft een begin en precies zo heeft alles ook een eind. Sanátan is hetgeen dat tijdloos en eeuwig is. Het is dat wat buiten de cycli van opkomst en ondergang, totstandkoming en vernietiging, begin en eind staat. God is eeuwig en kent noch een begin, noch een eind. Daarom is God Sanátan. De ziel bestaat voor altijd en is ook tijdloos. Daarom is de ziel ook Sanátan.


Om het concept van Sanátan te verduidelijken worden er een aantal omschrijvingen naar voren gehaald. Sanátan Dharm kan gezien worden als het eeuwige pad. Alles wat gemaakt is door de mens zal uiteindelijk vervagen, maar het concept van Dharm is eeuwig en van toepassing in ieder tijdperk. Vandaar dat er vaak gezegd wordt dat ieder geciviliseerd volk, dat lang genoeg bestaat en zichzelf blijft verbeteren, ongeacht waar het zich bevind, uiteindelijk de Sanátan Dharm tot zich zal nemen of zij het nou zo noemt of niet.


Een ander betekenis van Sanátan Dharm is:


“SADAA BHAVAHA SANAATANAHA, SANAATANAM KAROTI ITI SANAATAN YATI,
SANAATAN YATITI SANAATANAHA, SANAATANASHCHASOU DHARMA ITI ,
SANAATAN DHARMAHA”.


Dit betekent dat Sanátan Dharm zijn volgers onsterfelijk maakt. Hiermee wordt niet bedoeld dat het aardse leven van een mens onsterfelijk wordt gemaakt. Het maakt het volk en de beschaving onsterfelijk. Naast de Grieken, Romeinen, Babyloniërs, Perzen, en Egyptenaren zijn er nog meer volkeren uit de geschiedenis, die alles (rijkdom, macht, grote legers etc.) hadden. Wat zij niet hadden was de capaciteit om mensen de kennis te geven om alles te doorstaan. Na ontelbare duizenden jaren en na zoveel aanvallen door andere volkeren bestaat het Hindoe volk en haar Dharm nog steeds.


Een ander interpretatie van Sanátan Dharm is:


“SANAATANAM PARAMATMASWARUPAM PRAAPYATI ITI”.


De religie, die ons een beeld schenkt van de eeuwige onvergankelijke ziel, is zelf onvergankelijk. Een volgeling van deze ware vorm en dit heilige pad mengt zichzelf met de eeuwige, heiligste en hoogste waarheid: God.


Of het nu de cultuur van de mens, de morele wetten of de werkelijke reden van het menselijke genoemd wordt, religie is uiteindelijk een beschrijving van concepten. Het is een geweldig gift om als mens op deze wereld te komen. Hoe een mens moet leven en hoe een mens zich moet gedragen staat in de heilige geschriften van onze voorouders. Een persoon, die geen regels volgt, wordt in wezen niet meer gezien als een mens, maar als een dier. Het instinct zit in de mens om geen regels te volgen en geen normen te hebben. Dat wat dit tegenwerkt en de mensheid tot een hogere beschaving laat evolueren en werkelijk gelukkig maakt, is Dharm. Dharm is het wat ons wijst wat de relatie is tussen de mens en de kosmos, de mens en zijn medemensen, mensen en dieren, mens en natuur, mens en kennis, mens en menselijkheid en mens en eeuwigheid. Het is het eeuwige pad van de eeuwige ziel in een levend lichaam. Vandaar de naam Sanátan Dharm.




3. Is Sanátan Dharm (Hindoeïsme) monotheïstisch of polytheïstisch?


Om de vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk het concept binnen Sanátan Dharm te begrijpen, welke uit de Veda’s komt. De Veda’s zijn één van de oudste en meest universele wijsheden op aarde: EKAM SAT VIPRA BAHUDA VADANTI. “De waarheid is één, de wijzen benoemen het op verschillende manieren.” Het werkelijke voor een Hindu heeft verschillende namen. Eén van de basisprincipes van Sanátan Dharm is dat een ieder de vrijheid heeft om God te benaderen op zijn eigen manier. De Sanátan Dharm gelooft in één God (Waarheid), de Schepper, die vereerd wordt als het Licht, de Liefde en het Bewustzijn. Mensen uit verschillende culturen en met verschillende talen hebben God op hun eigen manier leren kennen. Deze gedachtegang is ook de oorzaak waarom Sanátan Dharm altijd zo tolerant is geweest tegenover andere religiën van andere volkeren.



Polytheïsme en monotheïsme

Door de grote hoeveelheid aan afbeeldingen van God geloven velen dat het Sanatan Dharm polytheïstisch is. Onder polytheïsme wordt verstaan: geloof in meerdere Goden, die wel of niet gelijk staan aan elkaar. Onder monotheïsme wordt verstaan: het geloof in één God. Wanneer men nu geconfronteerd wordt met een religie, waarin God in zoveel verschillende vormen aanbeden wordt, dan zal men de kennis over God moeten verbreden om dit te begrijpen.

Polymorfisme
Polymorfisme is een concept dat in de wetenschap vaak voorkomt. Het betekent verschillende vormen kunnen hebben of aannemen.


Sanátan Dharm leert de mens: “EKAM BRAMH DUTIA NA ASTI”, hetgeen betekent: “Er is maar één God, er bestaat geen andere.” Omdat er maar één God bestaat en Hij zich in vele vormen kan manifesteren, kan Sanátan Dharm monotheïstisch polymorf genoemd worden. Er is dus maar één God die in verschillende vormen aanbeden wordt. De gedachte dat iedere vorm van God, die aanbeden wordt, een belichaming is van aspecten van de enige God, is één van de meest fundamentele karakteristieken van Sanátan Dharm.

De verschillende namen
Terwijl God verschillende kosmische functies vervult, word Hij genoemd naar deze functies. Bijvoorbeeld de Schepper (Brahmá), de Hoeder (Vishnu), de Ruimtemaker voor nieuwe scheppingen (Shiva). Deze staat meer bekend als de 3-eenheid. Dit zijn geen verschillende Goden, maar juist die ene God, die op verschillende manieren wordt gezien door verschillende mensen op basis van hun perceptie van God. De zieners en geleerden hebben duizenden jaren geleden in diepe meditatie deze personificaties van die kosmische Almachtige beschreven.


Als vergelijking kan deze gezien worden als de term Kracht in natuurkunde. Er is een Super kracht, maar gezien de functies zijn er verschillende benamingen gegeven (zwaartekracht, op- en neerwaartse kracht, trekkracht, duwkracht, wrijvingskracht, aantrekkingskracht etc.…) maar uiteindelijk draait alles om kracht.

Bhaktie
Binnen de Sanátan Dharm wordt er gesproken van eenheid-in-verscheindenheid, het Ene(God) wordt met vele namen aangeduid. Religieuze uniformiteiten wordt afgewezen, een spirituele en ethische levenswijze wordt benadrukt. Het Hindoeisme vermag niet in te zien, waarom een ieder – ondanks verschil in geaardheid en culturele achtergrond – gedwongen zou moeten worden precies hetzelfde te geloven of te verrichten; en daarom laat het ieder vrij in de keuze van zijn geloof en gedrag, maar belangrijk is wel dat men oprecht is in zijn levenswandel. Er zijn 3 hoofdwegen die de mensen kunnen bewandelen ter verkrijging van geluk, ter bereiking van verlossing uit de kringloop van wedergeboorten. De 3 hoofdwegen 9gebaseerd op de bekende psychologische driedeling (trichotomie) nl. kennen, gevoelen en willen) zijn:
- de weg van kennis en inzicht (Gyaan Marg)
- weg van liefde volle toewijding (Bhaktie-Marg)
- weg van onbaatzuchtig werken (Karma Marg)


De wegen sluiten elkaar niet uit; ze kunnen wel onderscheiden worden maar niet gescheiden. Van deze drie wegen wordt Bhaktie als de eenvoudigste en gemakkelijkste weg bestempeld, welke door iedereen kan worden bewandeld. Afkomst of stand, rang of kaste, leeftijd of sekse, ontwikkeling of rijkdom speelt helemaal geen rol. Vereist zijn slechts een ongeschokt geloof en vertrouwen in God en een liefdevolle toewijding aan God, een totaal wegcijferen van zichzelf, een volledige zelfovergave.





4. Wie wordt in werkelijkheid aanbeden?


Via de verschillende Goddelijke vormen wordt in werkelijkheid de enige almachtige God, Paramátma (de universele ziel) aanbeden. Er wordt niet verschillende Goden, maar één God (Brahman, AUM) aanbeden: de enige God die bestaat. Zelfs mensen die deze Universele Waarheid niet beseffen en anders denken over religie, bidden hoe dan ook voor die enige God (Param Atma). Dat mensen het recht hebben om God te benaderen op basis van hun eigen persoonlijke inzicht is het bewijs van de spirituele gastvrijheid van Sanátan Dharm. Hindu’s die zeggen dat Shiv Bhagvaan in werkelijkheid geen Vishnu Bhagvaan is, of dat Durga Mata niet Paramatma is, hebben niet genoeg kennis over hun eigen religie. Dit is net als wanneer iemand die een bepaalde cultuur volgt, beweert dat de God, die hij aanbidt niet gelijk is aan de God, die anderen aanbidden. Dit getuigt van weinig inzicht over de kosmische almachtigheid van de enige God (Brahman).


Onder Hindoes wordt 'God’ op veel manieren voorgesteld en vereerd. Daarin staat men immers vrij. Iemand kan de voorkeur hebben voor een manifestatie/vorm van een bepaalde godheid die hij op zijn manier en in besloten kring (in eigen huis) vereert. De eigen geliefde devata (God) heet in de regel ishta-devata. Een devata die men in de eigen familie vereert, heet koel-devata en de godheid die men in een bepaalde woon¬ge¬meen¬schap (een dorp) vereert, heet graam-devata. Men gelooft ook dat de godheid (die men vereert) zo nu en dan – als de tijd daarvoor is aange-broken - in mense¬lijke gedaante verschijnt om de dharma, zoals liefde, mede¬dogen en gerech¬tigheid, bij de mens in de harten te vestigen en het kwaad te verdrijven. Zo’n goddelijke verschijning heet 'avatara’ (avataar).


Sommige mensen vereren een avataar - zoals Ram, Hanuman, Budha en Krishna - als God. (Christus wordt ook als een van de avatars opgevat). Een devata schenkt de mens (de wereld) iets: warmte, leven, liefde, genade en de verlossing. De meeste hindoes in Nederland vereren Rāma en Krishna als hun ishta-devata. Daarnaast zijn er ook veel vereerders van Shiva en van diens avataar Hanuman en Ganesh. De verering van Devi (Shakti) vinden we onder de aanbidders van Doerga en Lakshmi (met name tijdens de Doerga-poedja en met Divali-viering). Al deze vormen van het hindoeïsme maken deel uit van de Sanatan Dharam. Ook zijn er nog een behoorlijke aanhang van enkele charismatische guru’s (leraren), zoals van Sri Sathya Sai Baba, ISKCON, meer bekend als de 'Hare Rama–Hare Krishna’ beweging, de Brahma Kumari’s (in dit rijtje wordt ook het Islam geplaatst met zijn charismatische guru Mohamed)


In de tweede helft van de 19e eeuw zijn in India (toen nog Brits-Indië) enkele bewegingen ontstaan die het hindoeïsme een meer maatschappelijk en een politiek gezicht hebben willen geven. Enkele van die bewegingen zijn de Arya Samaj en de Brahmo Samaj. Het algemene kenmerk van deze bewegingen is soberheid: zij kennen geen beelden of afbeeldingen van God of van een godheid. Ook kennen zij minder godsdienstige rituelen, die bovendien een¬voudig zijn gehouden.





Slot


Hindoeïsme is een “encyclopedie van godsdiensten” waaraan een wijsgerig geloof van universalisme ten grondslag ligt. Ondanks de verscheidenheid van verschijningsvormen, is het Hindoeïsme een levende eenheid. Van de aller eenvoudigste vormen van godsdienstuiting (primitief animisme) tot de allerhoogste vlucht waartoe de menselijke geest in staat is, van de meest groteske en bizarre vormen van natuur- en beeldenverering en mythologieën tot de edelste en verhevenste vormen van monotheïsme, henotheisme en pantheïsme, dit alles en nog meer vindt men in het Hindoeïsme.


Wanneer mensen de wijsheid en inzicht van Sanátan Dharm tot zich kunnen nemen, dan zal men niet onderling ruziën over God. Men zal dan duidelijk weten dat alle Goddelijke manifestaties duiden op één God, die in verschillende vormen de mens heeft geholpen in zijn spirituele evolutie om Hem te vinden op basis van zijn eigen geaardheid. Zo kan ieder mens zijn gedachten goed richten op God (op basis van zijn eigen geaardheid) en Hem altijd weten te vinden, ongeacht Zijn afkomst.


Bron
- Inleiding Ethische Beschouwing, dhr.Jnan H. Adhin
- Lekhmala, dhr. Jnan H. Adhin
- Filosofische en Religieuze Varia, dhr. Mr. C.R. Jadnanansingh
- Fundamenten van de Sanatan Dharm, L.N Pahladsingh